Dag 21: Alzon - Ispagnac

Vandaag heb ik iets gedaan wat ik nog nooit gedaan heb: ik heb onder de grond gelopen. Wow! Ik leg het later wel uit.
We verlieten Alzon met de auto om dingen te bekijken in het Cevennen Nationaal Park. Het is een gebied met veel bergen, ravijnen en valleien en dus zeer bochtige wegen. Eerst gingen we naar het dorpje Dourbies, denkend dat het erg mooi zou zijn, maar het was zo dood als een pier. De locatie is prachtig, maar het weer was niet geschikt om te wandelen.
De volgende stop was bij de bron van een rivier genaamd "Le Bonheur" (Geluk). Het komt uit de grot Abîme de Bramabiau en we konden het bezoeken. Zelfs ik mocht naar binnen. Met een gids en een groep van ongeveer tien mensen gingen we de grot in. Ik was nog nooit in een grot geweest, maar mijn vader wel, en hij zegt dat het een van de gaafste is die hij ooit heeft gezien. Het was erg koud en vochtig binnen. Op sommige plaatsen regende het zelfs in de grot. Maar het was een bijzondere ervaring. De gids vertelde veel dingen, waarschijnlijk heel interessant, maar we hebben niets ervan begrepen omdat hij heel snel in het Frans sprak. Een van de laatste dingen die hij aanwees was de voetafdruk van een dinosaurus, maar vreemd genoeg stond die op het plafond van de grot. Ik wist niet dat dinosaurussen over het plafond liepen.
Na de grot gezien te hebben gingen we verder naar het noorden. Even een tussenstop in Meyrueis en dan naar de plaats waar we gaan slapen, in Ispagnac. Klinkt als Spanje, nietwaar?