Dag 36: A841 - Lochranza ⛴️ Claonaig - Cairnbaan

Un castillo, un glen, un ferry con curvas y una esclusa que no calla

1 vídeos
⛴️🍺 El ferry borrachín saliendo de Arran
⦁ ⦁ ⦁
Geluidsbestand
281

Vandaag beginnen we met de gebruikelijke elegantie van een hond die meer dan nodig heeft geslapen: langzaam, de poten uitrekkend en papa Edu aankijkend met een blik van "moeten we al weer bewegen?". De lucht zag er goed uit, geen spoor van de wolken van vorige week. En het landschap... mijn hemel. We volgen de kustweg van het noorden van Arran, die slingert tussen bergen en zee alsof het een Schotse spaghetti is. En wat een uitzicht, vriend!

Eerste stop: The Sailor's Grave. Klinkt als een piratenfilm, nietwaar? Maar nee, het is een eenzaam graf midden in het veld. Volgens de legende (of het informatiebord, wat hetzelfde is maar dan zonder soundtrack) begroeven ze daar een mysterieuze zeeman die het niet goed had met de buren. Ze zeggen dat hij om duistere redenen werd vermoord en daar werd achtergelaten, in een hoek met uitzicht op zee. Ik snuffelde goed rond of er nog sporen van rum of een houten been waren, maar niets. Geen los botje.

Daarna gingen we verder naar Lochranza, waar het meest fotogenieke kasteel van het eiland staat. We parkeerden in de buurt van de veerboothaven, hoewel het nog geen tijd was om te vertrekken. We maakten een wandeling langs de kust en kwamen aan bij het kasteel van Lochranza, dat er eentje is met geschiedenis, ruïnes en veel hoeken om te poseren. Het stamt uit de 13e eeuw en is van alles geweest: fort, adellijk huis en waarschijnlijk een opnamelocatie voor een serie met zwaarden. Je kunt gratis naar binnen, zonder deuren, zonder schema's, zonder bewakers. Met andere woorden, een paradijs. We verkenden het van binnen en van buiten. Ik stelde me voor dat ik Sir Chuly van Lochranza was, verdediger van de koninklijke kroketten.

Vervolgens, op weg naar Sannox, waar we opnieuw parkeerden, iets lekkers aten (nou ja, papa at lekker, ik nam genoegen met mijn gebruikelijke menu) en zonder siësta of volledige vertering, stortten we ons in het avontuur! Het doel: Sannox Glen veroveren, een vallei uit de ansichtkaart, met rivier, weide, berg en geen ziel te bekennen. Het pad is in het begin gemakkelijk. We volgden de rivier, die eruitzag als een gigantische granieten glijbaan. Ik probeerde het met mijn pootje, maar het was glad. We staken de rivier over via een paar stenen (ik werd als een gewonde edelman in de strijd gedragen).

En toen begon het serieus te worden. Klimmen, klimmen en nog meer klimmen. Het pad werd steeds steiler, de wind waaide en de wolken doken op alsof ze zeiden "jullie gaan het meemaken". Papa Edu bleef met zijn gezicht van "dit is gezond", maar ik had de toekomst al gezien en die zag er niet rooskleurig uit. Dus op een bepaald moment... stopte ik. Beenstaking. Ik draai me om en als je wilt klimmen, Edu, dan doe je het zelf. Maar ik ga naar beneden. En hij, ziende dat we de veerboot niet zouden halen als we als geiten zouden blijven klimmen, gaf me gelijk. We gingen terug waar we vandaan kwamen, wat tenminste korter was en zonder verrassingen. Uiteindelijk hebben we meer dan tien kilometer afgelegd en toch kwamen we op tijd en zonder stress aan.

Terug naar de auto. En naar de veerboot in Lochranza, waar we dit keer wel aan boord gingen. Drie auto's in totaal. Drie. Exclusiever dan een hondenspa in de Alpen. We gingen aan boord, de boot vertrok op tijd... en toen, verrassing. De kapitein begon hele rare manoeuvres uit te voeren, alsof hij fileparkeerde of Mario Kart op zee speelde. "Is hij dronken?", mompelde papa. Ik greep mijn rugzak vast voor het geval we naar Mordor gingen. Maar nee, we kwamen veilig en wel aan in Claonaig, wat als een komma op de kaart is: niets meer dan een steiger en wind.

Vandaar reden we over het vasteland, nu op het schiereiland Kintyre. En na ongeveer veertig kilometer bochten, groen en schapen, vonden we een heel mooi plekje om te slapen: naast een sluis van het Crinan-kanaal, in de buurt van Cairnbaan.

Het Crinan-kanaal is niet zomaar een kanaal, meneer. Het is als een VIP-snelkoppeling voor kleine boten, gebouwd in de negentiende eeuw om te voorkomen dat ze de gevreesde Mull of Kintyre hoefden te omzeilen (waar zelfs de Vikingen rechtsomkeert maakten). Het heeft sluizen die de boten op en neer laten gaan alsof het waterliften zijn.

En wij staan geparkeerd direct naast een. Er heerst totale rust, behalve de constante straal water die uit de sluisdeur komt en klinkt als een douche zonder kraan. Ik vind het leuk. Papa Edu moet om de vijf minuten naar de wc. Maar het belangrijkste: we hebben het warm, we hebben gegeten en we hebben uitzicht op een historische sluis.

En morgen... meer avonturen natuurlijk!

Reactie toevoegen

CAPTCHA
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.