Wakker worden met zo'n uitzicht is heerlijk. Ik deed één oog open, toen het andere, en al meteen lag de oceaan voor me uitgespreid als een blauw tafelkleed. Het was niet nodig om te haasten. We vertrokken rustig, met die kalmte van iemand die weet dat de dag bochten, kliffen en misschien wel een kattenkwaad van papa Edu met zich meebrengt.
We volgden de route van de Wild Atlantic Way, dat pad voor auto's en avonturiers dat de kust volgt alsof het een glanzend litteken is. Ze noemen het een van de mooiste wegen ter wereld, en ze overdrijven niet: elke bocht lijkt op een ansichtkaart te willen staan.
We stopten bij verschillende uitkijkpunten, en in Slea Head, wat het meest westelijke punt van Ierland blijkt te zijn. Daar kijkt het land uit over de zee alsof het nog een stap wil zetten, maar durft het niet. Vlak ernaast kijkt een kruis met menselijke figuren op ware grootte met een plechtige blik naar de horizon. Eerlijk gezegd is het geheel lelijker dan een vergeten plastic bot, maar gelukkig staat het aan de kant van de berg en blokkeert het het uitzicht op de afgrond niet.
In Coumeenoole wilden we naar Dunmore Head lopen, de echte uithoek, waar scènes uit Star Wars zijn gefilmd. Maar een duidelijk bord zegt: "geen honden". Wat een teleurstelling! Ik zag mezelf al poseren als een jedi met oren.
Dus veranderden we van plan en gingen we naar het Blasket Centre. Ik moest in de camper blijven, wat ik niet leuk vind, maar papa Edu gaat naar binnen om rond te kijken. Voor vijf euro, wat goedkoper lijkt dan een pakje snoep, ontdekt hij de geschiedenis van de Blasket-eilanden: mensen die tot de jaren vijftig geïsoleerd leefden, alleen Gaelic spraken, visten, verhalen vertelden en boeken schreven die tot op de dag van vandaag schatten van de Ierse literatuur zijn. Het gebouw is modern, met grote ramen op de zee. Buiten is er een pad naar een uitkijkpunt vanwaar het eiland als slapend op de oceaan te zien is.
We gingen terug naar de weg, passeerden Dingle en namen de Conor Pass. Wat een bergpas! Waarschuwingen overal: verboden voor voertuigen van meer dan twee ton, maximaal een meter tachtig breed... en onze camper weegt bijna drie ton en is twee meter tien hoog. Maar ja, papa Edu kijkt naar de borden alsof hij zijn horoscoop leest en zegt: "Ach, ze overdrijven vast." En omhoog.
We parkeerden bij de uitkijkpost van de pas. Er was wind, speelse wolken en bergen die oude geheimen leken te bewaren. Daar aten we in de camper, trots alsof we een Ierse versie van de Himalaya hadden bedwongen.
Daarna kwam de beslissing: teruggaan via dezelfde weg als we gekomen waren, of het erop wagen en aan de andere kant afdalen, waar het smaller is en meer verboden zijn. Raad eens welke optie papa Edu koos... Natuurlijk, die van het risico. Ik stond met mijn oren overeind, klaar om te springen als we vast kwamen te zitten, maar uiteindelijk was de pas niet zo eng als ze hem afschilderen. We daalden probleemloos af, met hier en daar een zucht en behoorlijk wat rijvaardigheid.
Eenmaal beneden, gingen we naar Ballydavid North, een klif die spektakel belooft maar uitkomt op "meh". Er zijn niet eens interessante meeuwen.
Al moe van al die zigzaggen, zetten we koers naar het oosten. We verlieten het schiereiland Dingle, doorkruisten Milltown en Killorglin en vonden uiteindelijk een enorme grindparkeerplaats, op de top van een berg die in Ierland eerder een heuvel met pretenties zou zijn. De toegang was wel een rallyfilm: gaten, bochten en smalle stukken die alleen een dappere (of een roekeloze) overwint. Maar wij hebben hem overwonnen.
Nu zijn we hier, alleen, met de wind die fluistert tussen de struiken en de camper goed geplant. Geen auto, geen ziel. Alleen wij, de stilte en een heleboel sterren die op hun beurt wachten.
Reactie toevoegen