Dag 29: Mockerkin - Clatteringshaws

Schotland verwelkomt ons met regen, kou en wolken van vliegende beestjes

Geluidsbestand
223

De dag begon rustig, maar met die grijze lucht die doet denken dat iemand het filter "Britse droefheid" heeft aangezet. We vertrokken rond 10 uur richting Schotland, maar met een missie van leven of dood (nou ja, bijna): water vinden! We waren al acht dagen verder sinds de laatste keer dat we bijgetankt hadden, en hoewel het waarschuwingslampje nog niet rood brandde, stond er al een documentaire van overleving op papa Edu's gezicht. En terecht: zonder water geen douche, zonder douche geen vreugde. Of erger: zonder water geen koffie!

In dit deel van de wereld is een vrije kraan vinden als het zoeken naar een eenhoorn in een regenjas. Op Park4Night staan alleen campings en betaalde plekken. En de natuurlijke bronnen... niet te bekennen. Zelfs ik niet, met mijn professionele reukzin.

Na ongeveer 80 kilometer staken we de grens over naar Schotland. Zonder doedelzakspelers, zonder ruiten, zonder een episch bord. Alleen regen, meer regen, en een lichte verdenking dat we een land binnenkomen waar de zon slechts een mythe is. Maar wel: het groen, groener dan ooit.

We gaan Galloway Forest Park binnen, het grootste bos van het Verenigd Koninkrijk. Een paradijs van zachte bergen, donkere meren en mysterieuze paden. Het is ook een van de beste "donkere hemel"-gebieden om sterren te zien... hoewel je op dit moment, met deze wolken, niet eens de punt van mijn snuit kunt zien.

We stoppen in St. John's Town of Dalry, wat klinkt als een middeleeuwse roman, maar in werkelijkheid net genoeg heeft: huizen, regen, en een benzinestation met superkrachten. Daar tankten we diesel en... wonder! Een kraan! Drinkbaar, fris, stromend water. Papa Edu gaf de slang bijna een kus. Ik beperkte me tot het rondjes draaien in de camper met mijn staart in de helikopterstand.

Met volle tanks en een opgewekt humeur was het tijd om een plek te vinden om te schuilen voor de stortvloed. Hier in Schotland kun je gelukkig in de natuur stoppen zonder dat iemand je komt vertellen dat "dat niet is toegestaan". Maar niet zomaar eentje: de eerste plek had geweldig uitzicht (een mini-meer, heuvels, meditatieve koeien...), maar was schuin als een skipiste. En blootgesteld aan de wind. Erg esthetisch, niet erg praktisch.

Iets verderop vonden we een discreet veld, omringd door vegetatie en afgelegen van de weg, hoewel zonder ansichtkaartuitzicht. Maar hé, je hoort niets anders dan de bomen die fluisteren en de druppels die op het dak vallen. Voor ons perfect.

De temperatuur was rond de twaalf graden, ideaal om lekker in de camper te kruipen. We aten laat maar warm, ik met mijn voer met paté (dat ik verslond alsof ik al drie dagen niet had gegeten), en daarna een relaxte middag. Papa Edu las niet eens en deed deze keer niets... hij was op midges aan het jagen.

De midges zijn kleine Schotse muggen met een vampierziel en een collectieve eetlust. Ze bijten niet: ze vallen aan. En alsof ze wisten dat we de grens waren overgestoken, kwamen er tientallen binnen zodra we de deur een minuut openden. In Engeland hebben we ze niet eens gezien. Hier, daarentegen, lijkt het erop dat ze een welkomstcomité hebben. Edu bracht een groot deel van de middag door met het achternazitten door de cel met een zakdoek in de hand. Ik observeerde hem vanaf mijn deken met hetzelfde respect als een Romeinse gladiator.

We hebben vandaag geen grote prestaties geleverd, maar water vinden, onderdak vinden en het bloed in de aderen houden is al een overwinning. Morgen... wie weet. Als de lucht klaart, gaan we het bos verkennen! Zo niet, dan meer deken en meer knuffels. Geen enkel plan lijkt me verkeerd.

Reactie toevoegen

CAPTCHA
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.