's Ochtends werd ik wakker en… wat een verrassing! De parkeerplaats stond vol met auto's. Geen idee waar die vandaan kwamen, want gisteravond waren we maar een paar man (nou ja, man, want dat vind ik maar niks). Toch was het nog rustig en kon ik mijn ochtendwandeling maken, rustig aan elke band ruiken.
We vertrokken rond half twaalf en na een stukje rijden kwamen we aan bij het bezoekerscentrum van iets wat heel spannend klonk: de Gobbins Cliff Path. Dat is een pad dat aan de kliffen hangt, met loopbruggen en tunnels die aan de zee vastzitten. Kortom, een perfecte plek om de wind in je oren te voelen en de zilte zeelucht flink op te snuiven. Maaaar… de dame bij de ingang, heel aardig hoor, vertelde ons dat er vandaag geen plek was. Gelukkig stuurde ze ons niet met de staart tussen de benen terug, maar adviseerde ze ons om naar Whitehead te gaan, op slechts tien minuten rijden, waar een pad naar de vuurtoren van Blackhead liep.
En daar gingen we. De wandeling begon rustig, over een pad langs de zee, maar werd al snel wilder, met stukken dicht tegen de rotsen en de zee die eronder beukte. Ik rende van de ene kant naar de andere kant, aan elke hoek ruikend, luisterend naar de krijsende meeuwen en genietend van die frisse zeebries die mijn snor plat waaide. En aan het einde… de vuurtoren! Groot, wit, als een wachter die al eeuwen de ingang van Belfast Lough bewaakt.
We gingen terug naar de camper, aten (nou ja, zij aten, ik verslond) en daarna, met een volle buik, maakten we een wandeling door Whitehead zelf. En… jee, de huizen! Sommige gevels waren geschilderd met kleuren zo fel dat ik in mijn wildste dromen van het achtervolgen van ballen nog niet zo'n mix had gezien: elektrisch blauw, kauwgumroze, vers gemaaid grasgroen… Ik denk dat ik zelfs een beetje scheel werd van al dat visuele genot.
Daarna was het tijd om naar Glenarm te rijden. We vonden een parkeerplaats bij de haven en gingen het dorp verkennen. Glenarm is als een schilderij: stenen huizen, een kerk die uit een sprookje lijkt te komen en de ingang van een kasteel dat zeker een miljoen verhalen verbergt (en hopelijk ook een miljoen worstjes). Het probleem was dat de dag grijs en mistig was, dus het leek een beetje triest en er waren weinig mensen op straat.
Hier is de verbeterde paragraaf zodat deze beter leest en de toon behoudt:
De parkeerplaats, waar normaal gesproken campers overnachten, had een bord dat waarschuwde dat het vanwege een of ander evenement op dat moment niet kon. Omdat we niet om vijf uur 's ochtends gewekt wilden worden om weg te gaan, zochten we een andere plek en vonden die vlakbij, ook aan zee. Hier staat slechts één andere camper en we hebben uitzicht op de jachthaven, het strand en... de parkeerplaats waar we niet mochten staan. Als God het wil, zullen we vanavond rustig slapen. En zo niet, dan kan ik altijd blaffen zodat ze schrikken en ons met rust laten.
Reactie toevoegen