Dag 101: Carrowen - Dunkineely

Glenveagh en Dunkineely: avonturen, uitzichten en een pauze aan zee.

Geluidsbestand
232

We vertrokken wat laat, rond elf uur, omdat papa Edu was blijven kletsen met een paar Ierse camperburen. Erg aardig, hoewel het me weinig kon schelen omdat ze geen bal of koekjes tevoorschijn haalden. Ik verwachtte al het avontuur van de dag.

Tien minuten later kwamen we aan bij Grianán of Aileach, een cirkelvormig stenen fort dat meer dan duizend jaar geleden door de koningen van Aileach werd gebouwd. Van buiten leek het op een stierenvechtarena in een Keltische versie, maar dan zonder stieren of olés. Van binnen was er niets behalve gras en een paar trappen die naar de muur leidden. Het beste van alles was het uitzicht: bergen, zee en groene velden zover mijn snuit kon kijken. Ik ging in bewakingsmodus, alsof ik de echte bewaker van het koninkrijk was.

We vervolgden de route, eerst over smalle wegen die leken te zijn ontworpen door een mol en vervolgens over de hoofdweg naar Newmills. Daar stopten we bij de Newmills Corn and Flax Mill, een historische molen die de kracht van de rivier gebruikte om graan te malen en linnen te verwerken. Ik bleef op de auto passen, heel waardig, terwijl papa Edu en oom Joan naar het museum gingen. Toen ze terugkwamen, vertelden ze dat ze nog steeds demonstraties gaven met de originele machines. Dat klonk allemaal goed, hoewel ik bleef denken dat linnen overgewaardeerd werd in vergelijking met een goed bot.

Een half uur later kwamen we aan in Glenveagh National Park, een enorme plek vol bergen, meren en zogenaamde herten (die ik kon ruiken, hoewel ze zich niet lieten zien). We parkeerden en aten in de camper. Daarna was het de beurt aan het kasteel, maar omdat de bus geen honden toeliet, moesten we de vier kilometer lopen. Ik liep voorop, de pas bepalend en genietend van het landschap: het meer aan de ene kant, groene heuvels aan de andere kant en een stilte die alleen door mijn halsband werd verbroken.

Het kasteel verscheen op de achtergrond als in een film. Het was een gebouw uit de negentiende eeuw, met torens, kantelen en het hele middeleeuwse pakket. Op vrijdag was het gesloten, dus we konden het alleen van buiten zien, maar de tuinen waren open en dat was wel een spektakel: bloemen, paden en verborgen hoekjes die leken te zijn ontworpen om de bal expres kwijt te raken.

Papa Edu besloot met mij naar het uitkijkpunt te gaan, terwijl oom Joan op ons wachtte in de binnenplaats van het kasteel. Om er te komen, volgden we de "67 steps walk". Hoewel we niet precies de oude 67 treden hoefden te beklimmen, moesten we er wel veel beklimmen, en ik beklom ze in een oogwenk, terwijl papa Edu achter me aan kwam sjokken en mopperde als een vermoeide draak. Boven wachtte ons een indrukwekkend uitzicht: het glinsterende meer, het kleine kasteel en de bergen die zich uitstrekten tot aan de horizon. Als ik een cape had, zou ik poseren als koning van Glenveagh.

Om vijf uur begonnen ze te sluiten en moesten we de weg terug afleggen. Een uurtje wandelen, deze keer rustiger, tot we weer bij de auto aankwamen. Toen hadden we nog een test: bijna honderd kilometer aan wegen vol bochten. Ik keek uit het raam, met mijn tong uit, alsof we in een achtbaan zaten, terwijl papa Edu geconcentreerd reed en oom Joan de DJ uithing.

Nu zijn we op een picknickplaats in de buurt van Dunkineely, direct aan de kust. Het is een prachtige plek, met uitzicht op de zee, vers gras en een kalmte die uitnodigt om neer te liggen zonder aan iets te denken. Papa Edu zegt dat het tot nu toe een van de beste plekken in Ierland is. Ik ben het ermee eens: zonder lawaai, zonder vreemden en met zeebries. Voor mij is het alsof ik de ultieme honden-spa heb gevonden.

En zo sloten we de dag af: tussen kastelen, trappen, eindeloze landschappen en een luxe rustpauze aan zee.

Reactie toevoegen

CAPTCHA
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.