Het lijkt erop dat de rust van gisteren ons goed heeft gedaan. Zelfs de klok besloot langer te slapen. We vertrokken rond elf uur, nog steeds aan het ontwaken, en nog geen vijftien minuten later kwamen we een verrassing tegen langs de weg: ruïnes die ons toeriepen.
Het was Moor Abbey, een oude Franciscaner abdij uit de 13e eeuw. Er zijn geen ingangen of loketten, alleen kale stenen, muren die zich openen naar de hemel en een stilte die lijkt te bidden voor zichzelf. We parkeerden ernaast en gingen naar binnen. Ik rende over het gras, snuffelde aan zuilen en ramen zonder glas, en dacht: "deze mensen van vroeger wisten wel hoe ze luxe verstopplekken moesten maken".
Papi keek op de kaart op zijn mobiel en ontdekte dat daarvandaan een rondpad van ongeveer vijf kilometer vertrok. Het was prachtig weer, dus we gingen op pad. In het begin alles goed, maar al snel merkten we dat er iets niet klopte: de kaart zei iets anders dan het bewegwijzerde pad. Toen we de kaart volgden, kwamen we uit op een veld met stieren.
Stel je voor: ik, een dappere Andalusische Rattenhond van compact formaat, tegenover enorme beesten die me aankeken alsof ik een nieuw speeltje was. Ze kwamen dichterbij met die mix van nieuwsgierigheid en bedreiging die je haren overeind doet staan. Papi's gezicht verstrak en ik dacht: "het is niet mijn dag om de hoofdrolspeler van een geïmproviseerde encierro te worden". Tussen hoog gras en meer loerende stieren besloten we dat het beter was om de officiële borden te volgen. En wat een opluchting. Zo werd het pad gemakkelijk en mooi, zonder verrassingen. Twee uur later keerden we terug naar de camper met tevreden poten en benen.
Daarna was het de beurt aan de weg: honderdtwintig kilometer in één keer. Rond drie uur kwamen we aan op een plek die we vonden op Park4Night: de zuidelijke parkeerplaats van Ballyseedy Wood. Het heeft een prachtig uitzicht op de weilanden, maar ook te veel wind en het is hellend. Het bos zelf had een andere optie: de noordelijke parkeerplaats. Zonder uitzicht, met iets meer geluid van de weg die zich achter de bomen verschuilt, maar veel meer vlak en beschut. We kozen die.
Daar aten we rustig binnen in de camper en rustten we uit. Later in de middag gingen we het bos verkennen. Pad na pad, splitsing na splitsing, totdat het leek alsof we meer dan tien kilometer hadden gelopen. Ik rende vrolijk tussen de bomen, geheime berichten van andere honden lezend op elke stam. Papi glimlachte met die rust die alleen het groen om je heen geeft.
's Middags waren er nogal wat auto's op de parkeerplaats, mensen die hun honden uitlieten en aan het kletsen waren. Maar nu, in de avond, is alles stil. De parkeerplaats leeg, de camper stil tussen de bomen, en wij genieten van die vrede die je omarmt na een dag die goed is verlopen.
Reactie toevoegen