Dag 154:

 

Saint-Auvent – Biras

Duizend-en-één nacht dromen, automaatpizza en een rivier van rust

1 vídeos
🍕🤖 La pizza que sale de una máquina (¡y casi me la como!) 🐶
⦁ ⦁ ⦁
Geluidsbestand
204

's Ochtends stond er een stille maar belangrijke viering op het programma: duizend nachten in de camper voor mij, duizendéén voor papa Edu. Duizend! Het is al slapen, hè? Hoewel natuurlijk, ze waren niet allemaal hetzelfde: sommige met regen op het dak, andere met de wind die de camper schudde, sommige met sneeuw tot aan de oren en een paar met hamdromen.

De plek waar we de duizendste nacht hadden doorgebracht, was er een om van te zuchten: rustig, mooi, omringd door bomen en met de rivier die dingen fluisterde die ik niet begreep, maar die wel goed klonken. Het soort plek waarvan zelfs een hond voelt dat hij nooit meer weg wil. Maar papa zegt dat we nomaden zijn, en nomaden slaan geen wortel. Dus, om twee uur 's middags (ja, twee uur, er is geen haast als je zo lekker hebt geslapen), startten we de motor en vertrokken we richting Rochechouart.

In vijftien minuten stonden we geparkeerd, ik denk op een plek voor campers, hoewel niemand ons om een lidmaatschapskaart vroeg. Vanaf daar was het kasteel al te zien, trots en elegant, met die torens die op stenen knotjes lijken. Het blijkt dat het is gebouwd op een oude meteorietkrater. Kom op, de stenen hier hebben een galactisch verleden.

We wandelden door het dorp - rustig, schoon, met een geur van brood - en gingen naar het kasteel. Het museum was gesloten, maar de binnenplaats was de wandeling waard. Daarna, naar beneden gaand, knorde onze maag in duo.

En toen... zagen we het! Een automaat voor pizza's. Ja, een machine. Het leek me pure magie. Papa Edu, met een blik van een gestoorde wetenschapper en achterstallige honger, stopte de kaart erin en koos een "Big Karnivore". Drie minuten later kwam er een warme doos uit de gleuf alsof het een modern wonder was. We openden hem op een bankje op de parkeerplaats. Het rook niet naar Napels, maar hey... voor een pizza uit een automaat was hij lekker. Ik gaf mijn bevestiging: een stukje viel en ik bevestigde het met mijn gehemelte.

Met een volle buik en een hoog moreel gingen we op weg naar het lac de Saint-Mathieu. Zon, bries, transparant water en een prachtig strandje. Ik zag mezelf al vrolijk spartelen, maar papa Edu stak een vinger in het water en zei "koud". Ik vertaal: er niet eens aan denken om erin te gaan. Dus gingen we een halve ronde om het meer, genietend van de goede lucht en de geur van nat bos.

Daarna weer de auto in, richting Saint-Jean-de-Côle. Wat een mooie plek... en zo klein dat als je niest, je het dorp uit bent. Het heeft een romaanse kerk, een middeleeuwse brug, een molen en die stilte die alleen gelukkige dorpen kunnen hebben. Papa maakte een hoop foto's en ik poseerde, want als er een camera is, is er een ster.

Toen de zon al daalde, gingen we naar Brantôme-en-Périgord, maar we werden ontvangen met balken op twee meter en anti-honden... ik bedoel, anti-camper borden. Geen enkele vrije plek. Dus bleven we zoeken tot we, twintig minuten later, onze hoek van vrede vonden: een picknickplaats naast een beekje, met een oude wasplaats, een stenen brug en nul mensen. Alleen het geruis van het water, de bomen die fluisterden en wij twee (nou ja, drie als ik de koude pizza meereken die in de doos zat).

Daar bleven we. Weer een nacht in de camper. Duizendéén voor mij. Duizendtwee voor papa Edu. En de teller blijft blaffen.

Reactie toevoegen

CAPTCHA
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.