Dag 7:
Saint-Pierre-de-Chartreuse - Clarafond-Arcine
Wat een dag vandaag, jongens! We werden wakker op die megaparkeerplaats in het Parc Naturel de Chartreuse, een van die parkeerplaatsen die zo groot zijn dat als papa Edu me zonder riem had losgelaten... Oh nee, wacht: hij liet me los. Want als er niemand in de buurt is, geen auto's en geen lawaaierige mensen, dan ga ik mijn eigen gang, zoals het hoort. Ik heb me beziggehouden met het verkennen van de struiken langs de rand, het achterlaten van wat berichten op de stammen en het controleren of er 's nachts een nieuwsgierige vos was langsgekomen. Daarna de gebruikelijke routine: ontbijt met verplichte eend en yogi-achtige stretches.
We vertrokken richting Saint-Christophe-sur-Guiers. Volgens de gids had dat dorp charme... Nou, de gids was óf blind, óf het dorp veranderde van naam zonder het te melden. Lege straten, saaie huizen, geen bakker met croissantgeur. We stapten niet eens uit, en twee minuten later... boem! Verandering van decor.
Entre-deux-Guiers is wel leuk. Vrolijk, levendig, met een markt en veel gelukkige mensen die rondlopen. De zon vergezelde ons als een goede vriend en de lucht rook naar kaas, bloemen en versgebakken baguette. We gingen naar La Poste om een pakketje te sturen dat oom Joan in de auto had laten liggen. De dame van het postkantoor was een schat, vol glimlachjes, en dat terwijl papa Edu erg roestig Frans sprak. Maar goed, ze begrepen elkaar.
Na een wandeling waarbij ik hoeken besnuffelde en de mensen van de markt groette (die leken gecharmeerd van mijn stijve staart en mijn half gevouwen oor), stapten we weer in de auto en keerden we terug naar een ander deel van Saint-Christophe-sur-Guiers (ja, het lijkt erop dat het dorp in delen is verdeeld). We parkeerden bij de source, wat een heel coole oude wasserij blijkt te zijn, met een dak en stenen stapels waar mensen vroeger met lakens ruzie maakten.
Daar begint een historisch pad: La Voie Sarde.
Let op, want dit is leuk: de Voie Sarde was een route die hertog Charles Emmanuel II van Savoye in de 17e eeuw liet aanleggen zodat de karren door de kloof konden passeren. Daarvoor glipten de arme ezels uit en zweetten de mensen de spreekwoordelijke druppels bij het duwen van karren over onmogelijke stenen. De hertog zei "tot hier toe" en ze bouwden een geplaveide weg die nog steeds bewaard is gebleven.
Onderweg zagen we het Monument Charles Emmanuel II, een soort eerbetoon in steen aan de hertog, met schilden en versieringen. Ik poseerde daar niet, omdat ik meer geïnteresseerd was in een verdachte tak, maar ik liet me wel fotograferen op de geplaveide helling en voor de grotten (gesloten, trouwens).
Ik neem aan dat ze gesloten zijn voor het seizoen, maar eerlijk gezegd: met hoe goed het was in de zon, hadden we geen zin om in donkere gaten te kruipen.
We klommen naar de top via een prachtige en rustige weg. Geen ziel. Alleen wij, een paar vliegen en een paar koeien die me raar aankeken. We daalden via een andere kant, waarbij we een deel van het pad "Chemin d'Assise-de-Cluny a Montcenis" volgden. Wat een uitzicht, vrienden! Bergen als muren, en het laatste stuk steil bergafwaarts, maar met stenen trappen die zelfs een hond als ik kon afdalen zonder op een rollende kroket te lijken.
Voordat we terugkeerden naar de auto, nam papa Edu me mee om de Pont Saint-Martin te bekijken, een Romeinse brug. Het is niet echt Romeins, maar het ziet er heel mooi uit. Een stenen boog, en die sfeer van "duizendjarige weg" die mensen nostalgisch maakt. Bovendien was dat exacte punt eeuwenlang de grens tussen het koninkrijk Frankrijk en het hertogdom Savoye. Stel je voor: soldaten, handelaren, spionnen en ezels met een paspoort, allemaal hier overstekend. Ik stak over zonder papieren, natuurlijk, maar met mijn staart omhoog.
En van daaruit, de weg op naar Chambéry. Grote stad, veel auto's, en weinig zin om het te bezoeken, dus gingen we direct naar de Lidl. Terwijl papa de boodschappen deed, hield ik de wacht vanuit de camper. (Eens kijken of iemand het aandurft om in de buurt te komen... Pats! Waakhond).
We aten aan de rand van een zandweg, omringd door korenvelden die leken weggeplukt uit een zomerfilm. Heel ontspannen, heel slow life, met een zachte bries en een cicade die probeerde te rappen.
Daarna, watermissie. We passeerden Aix-les-Bains en mijn god, wat een verkeer. We gingen stapvoets. We kenden het van een paar jaar geleden en waren niet van plan om te stoppen, dus we doorkruisten de stad gewoon met veel geduld. Verderop vonden we een fontein om het reservoir te vullen en dronk ik vers water uit de kraan.
Toen kwam het lastige deel: een slaapplek zoeken.
Google Maps besloot in plaats van te helpen dat vandaag de dag was om ons te martelen. Het stuurde ons over verboden wegen, paden door velden en zelfs bossen die zelfs een gek hert niet zou durven over te steken. Gelukkig hebben we een 4x4... maar zelfs met vierwielaandrijving ontkom je er niet aan om om te keren als de weg zo smal wordt als een dassentunnel.
Uiteindelijk, al vrij laat (maar nog met wat licht), vonden we een geweldige plek: aan het einde van een doodlopende weg, met uitzicht op het platteland en de bergen. Stilte, sterren die op hun beurt wachtten, en een perfecte plek om te dromen over Romeinse bruggen (nep) en Franse koeien.
Morgen meer. Of niet. We zullen zien. Ik neem voorlopig een dutje.
Reactie toevoegen