We werden laat wakker, van die ontwakingen waarbij je niet eens weet of het ochtend of dinsdagmiddag is. Het was een prachtige dag: heldere hemel, frisse lucht zonder overdreven te zijn en geen enkele moorddadige eikel die op het dak viel. Voordat we vertrokken, maakten we een wandeling naar het meer naast de parkeerplaats. Erg mooi, ja... maar koud als de tong van een pinguïn. Ideaal voor foto's, niet om in te zwemmen. Daarna deed papa de kampeerroutine: schoon water vullen, grijs water legen, en ik inspecteerde elke opening alsof daar ninja-mollen woonden.
We vertrokken na de middag in oostelijke richting, richting de rivier de Dordogne. De weg ging op en neer en maakte bochten alsof hij zeeziek was. We stopten bij een uitkijkpunt waar de rivier zo'n perfecte bocht maakte dat hij met een passer leek te zijn gemaakt. Daarna staken we een elegante brug over en even later kwamen we bij de dam van l'Aigle. Ik dacht dat het iets saais zou zijn, maar het was enorm en met een filmisch landschap. Papa ging in National Geographic-modus en ik in ervaren speurneus-modus.
We reden verder naar de cascade de Salins. Voordat we aankwamen, zei papa dat het waarschijnlijk "een straaltje water en klaar" zou zijn. We parkeerden, liepen... en pats! Verrassing. Een hoge waterval, met mos, rotsen en een pad dat erachterlangs loopt zonder nat te worden, als een magische tunnel maar dan zonder oger. We vonden het leuker dan verwacht, en bovendien ontdekten we dat er een rondwandeling van een uur was. Nou, hup, een rondje lopen tussen bos, natte stenen en verdacht lekkere geuren.
Terug bij de camper vervolgden we de weg naar het zuiden... totdat papa een bord zag: "Puy Mary". Hij raadpleegde zijn telefoon, zijn menselijke ogen glinsterden en veranderde het plan in twee blafjes. We passeerden Salers (erg mooi vanuit het raam) en gingen verder bergopwaarts. Twintig kilometer aan bochten en ansichtkaartlandschap.
Boven was de grote parkeerplaats van de Puy Mary, maar onze bestemming was een andere: de col de Redondet, een plek van Park4Night. Het is op ongeveer vijftienhonderd meter hoogte, en dat merk je aan de lucht en aan hoe mijn gesnuffel klinkt. Er waren borden met "route barrée", maar de waarschuwingen stonden ervoor, dus gingen we verder. De echte afsluiting was achter de plek waar we wilden blijven. Perfect. De plek was prachtig: lege weg, panoramisch uitzicht, echte stilte en lucht die rook naar vrijheid met een verre schaap.
We parkeerden, aten snel (ik ruimde kruimels op met professionele efficiëntie) en om half zeven besloot papa de Puy Mary te beklimmen, die op zevenhonderd en tachtig meter staat. Maar geen comfortabele trapjes: we kozen de steile, wilde weg, vol stenen en de geur van geologische geschiedenis. Ik was blij, want elke steen vertelde een verhaal.
In iets meer dan een half uur stonden we op de top. Het was zeven uur, vlak voor zonsondergang. De kleuren van de hemel leken wel uitgevonden: oranje, roze en lange schaduwen als luie slangen. Ik tegen de horizon uitgesneden, papa foto's makend als een gek.
We daalden af via de weg met trappen, liepen langs de grote parkeerplaats en toen was er nog meer dan een kilometer tot de camper. We kwamen bijna in het donker aan, moe als windhonden na een marathon, maar gelukkig.
En hier blijven we slapen: alleen, hoog, en met het gevoel de hemel met onze poten te hebben aangeraakt.
Reactie toevoegen